Ik heb wat testjes gedaan met aquarel om te kijken hoe snel je met aquarel kan werken en hoeveel invloed je zelf hebt op de vorm, structuur en kleur. Het blijkt dat aquarel niet het makkelijkste materiaal is om mee te werken. Toch lijkt het me heel mooi om hier iets mee te doen. Ik moet nog wel goed bedenken hoe ik ga aanpakken.
Friday, December 22, 2006
Tuesday, December 19, 2006
Studie vogelbeweging
Een paar schetsen van hoe ik denk dat een vogel vliegt en landt. Ik heb goed gekeken naar bestaande animaties en echte vogels. Ik ben van plan na te gaan of er ook boeken zijn waarin de vlucht en beweging v/e vogel is vastgelegd (bv. Muybridge).
Uiteindelijke vormgeving
een alternatief, voor het alleen op papier tekenen, zou het volgende kunnen zijn: eerst in de computer de beweging schetsen (dit werkt veel sneller en soepeler in mirage dan op papier omdat je direct kan controleren of de beweging goed loopt en je heel gemakkelijk later nog dingen kan veranderen), deze per frame uitprinten, daar overheen tekenen totdat het uitgewerkt genoeg is, en het vervolgens weer inscannen. Ik heb hier een testje mee gedaan, maar ben tot de conclusie gekomen dat het veel te veel tijd gaat kosten en dat ik dat deze periode niet red. Daarbij heb ik nog eens goed gekeken naar mijn oorspronkelijke idee en zag dat ik juist voor een niet afgewerkte schetsmatige stijl had gekozen, omdat dat bij het verhaal aansloot. Ik heb daarom besloten het toch op deze manier te gaan aanpakken. De omgeving en het jongetje worden dus schetsmatig en blijven 'onaf' en de vogel wordt meer uitgewerkt en heeft af en toe zelfs kleur. Het grootste deel wil ik in mirage gaan tekenen, omdat ik merk dat ik daar heel snel en makkelijk in kan werken en wat betreft de verdere uitwerking van de vogel zit ik nog een beetje te twijfelen. het lijkt me heel mooi om met echte aquarel te werken, maar mocht hier teveel tijd in gaan zitten, dan zou ik het evt. ook in painter (pc) kunnen doen. Ik ben van plan hier later een paar kleine testjes mee te doen.
Uitgewerkte schets
Dus heb ik een paar meer uitgewerkte tekeningen gemaakt om te kijken hoeveel deze uitgewerkte stijl zou toevoegen. Als ik het zo zou gaan willen uitwerken, zou dat betekenen dat ik op papier zou gaan moeten werken ipv. in de computer (mirage), wat een hoop extra werk oplevert.
Vormgeving ruimte
Hierna heb ik gekeken naar de verschillende manieren waarop ik de simpele ruimte, die ik in mijn hoofd had, kon weergeven. Ik heb gekeken naar hele simpele oplossingen en wat meer ingewikkelde. Mijn eerste idee was om het vrij simpel te houden en de vogel meer uit te werken dan de omgeving/jongetje, maar toen ik aan het schetsen was, kwam ik erachter dat het me ook wel heel mooi leek om het meer uit te werken.
karakterontwerp vogel
Voor de vogel geldt hetzelfde als voor het jongetje. Om te kijken wat het beste bij mijn verhaal zou passen en wat er allemaal mogelijk was, heb ik een aantal schetsjes gemaakt. Vooral ook om te kijken of aquarel met potlood te combineren valt.
karakterontwerp jongetje
vervolgens heb ik een aantal schetsen gemaakt van het jongetje om te kijken waar ik precies naar zocht en wat mij mijn verhaal zou passen.
De eerste schetsen
Dit zijn de eerste schetjes die ik heb gemaakt, tijdens het bedenken en uitwerken van het verhaal.
Monday, December 18, 2006
Scenario
Synopsis:
Een klein jongetje vertelt aan een onzichtbare ondervrager over een ziek vogeltje dat hij heeft gevonden en verzorgd. Het blijft echter de vraag of het echt gebeurd is wat het jongetje vertelt, of dat hij het allemaal zelf verzonnen heeft.
Scenario:
Aan een grote tafel zit een kind te tekenen. Hij bevindt zich in een saaie kale ruimte waar behalve de tafel niets in staat. Op de tafel staat een glas drinken met een rietje.
‘Laat eens zien wat je hebt getekend,’ klinkt ineens een stem. Kennelijk zit er iemand aan de andere kant van de tafel, die net buiten beeld valt. Het kind kijkt op in de richting van de stem (naar het beeld toe) en houdt zijn tekening in de lucht. Te zien is dat er twee figuren op het papier zijn getekend. ‘Ben jij dat jongetje?’ vraagt de stem. Het kind mompelt ‘hmhmm.’ ‘En wie is dat dan naast je?’ ‘Tommie,’ zegt het jongetje zo zacht dat het nauwelijks te verstaan is. ‘Wat zeg je?’ vraagt de stem indringend. ‘Dat is Tommie,’ zegt het kind wat luider.’ Hij trekt de tekening weer terug, legt hem voor zich neer en strijkt hem glad, maar de getekende figuur blijft tussen hem en de kijker (wij dus) in hangen. ‘Is Tommie jouw vogeltje?’ vraagt de stem verder. ‘Nee hij is van niemand,’ antwoordt het kind, ‘hij viel uit de lucht.’ Op dat moment valt de getekende vogel op de tafel en begint wild rond te fladderen. Het kind kijkt er gefascineerd naar, maar wordt uit zijn concentratie getrokken door een nieuwe vraag: ‘Waarom viel hij dan uit de lucht?’ Het kind kijkt weer terug naar de vogel, die nu minder fladdert en onhandig met zijn vleugel over de tafel sleept. ‘Hij was een beetje ziek,’ zegt hij, ‘hij had pijn aan zijn vleugel, maar ik heb hem beter gemaakt.’ Terwijl het kind praat, houdt de vogel op met hinken, fladdert op het glas, dat naast het jongetje staat, en neemt een slokje. Hierna vliegt hij op en begint aan een sierlijke vlucht. Het kind kijkt verwonderd op naar de vlucht van de vogel. ‘En vloog hij toen weg?’ vraagt de stem. ‘Nee…hij bleef bij mij,’ antwoordt het kind. De vogel strijkt neer op de schouder van het kind en begint zijn veren te poetsen. ‘Waar is hij nu dan?’ Vraagt de stem. Het kind zegt niks meer en slaat zijn ogen neer. De vogel kijkt op en vliegt dan weg van zijn schouder. Langzaam vervaagt hij totdat hij is verdwenen. Het kind schuift zijn glas naar zich toe en begint door het rietje te zuigen, zonder nog een keer op te kijken.
Techniek:
Getekende animatie. De omgeving en het jongetje zijn schetsmatig getekend en hebben geen kleur. Het blijven lijnen tegen een witte achtergrond die niet echt ruimtelijk worden en onafgewerkt blijven. De vogel ziet er minder letterlijk uit en ontstaat telkens uit vlekken en krassen. Afhankelijk van wat er wordt verteld, verschijnt de vogel, wordt hij meer uitgewerkt en krijgt zelfs kleur (aquarel) om vervolgens weer weg te zakken in een vlek of kras.
Een klein jongetje vertelt aan een onzichtbare ondervrager over een ziek vogeltje dat hij heeft gevonden en verzorgd. Het blijft echter de vraag of het echt gebeurd is wat het jongetje vertelt, of dat hij het allemaal zelf verzonnen heeft.
Scenario:
Aan een grote tafel zit een kind te tekenen. Hij bevindt zich in een saaie kale ruimte waar behalve de tafel niets in staat. Op de tafel staat een glas drinken met een rietje.
‘Laat eens zien wat je hebt getekend,’ klinkt ineens een stem. Kennelijk zit er iemand aan de andere kant van de tafel, die net buiten beeld valt. Het kind kijkt op in de richting van de stem (naar het beeld toe) en houdt zijn tekening in de lucht. Te zien is dat er twee figuren op het papier zijn getekend. ‘Ben jij dat jongetje?’ vraagt de stem. Het kind mompelt ‘hmhmm.’ ‘En wie is dat dan naast je?’ ‘Tommie,’ zegt het jongetje zo zacht dat het nauwelijks te verstaan is. ‘Wat zeg je?’ vraagt de stem indringend. ‘Dat is Tommie,’ zegt het kind wat luider.’ Hij trekt de tekening weer terug, legt hem voor zich neer en strijkt hem glad, maar de getekende figuur blijft tussen hem en de kijker (wij dus) in hangen. ‘Is Tommie jouw vogeltje?’ vraagt de stem verder. ‘Nee hij is van niemand,’ antwoordt het kind, ‘hij viel uit de lucht.’ Op dat moment valt de getekende vogel op de tafel en begint wild rond te fladderen. Het kind kijkt er gefascineerd naar, maar wordt uit zijn concentratie getrokken door een nieuwe vraag: ‘Waarom viel hij dan uit de lucht?’ Het kind kijkt weer terug naar de vogel, die nu minder fladdert en onhandig met zijn vleugel over de tafel sleept. ‘Hij was een beetje ziek,’ zegt hij, ‘hij had pijn aan zijn vleugel, maar ik heb hem beter gemaakt.’ Terwijl het kind praat, houdt de vogel op met hinken, fladdert op het glas, dat naast het jongetje staat, en neemt een slokje. Hierna vliegt hij op en begint aan een sierlijke vlucht. Het kind kijkt verwonderd op naar de vlucht van de vogel. ‘En vloog hij toen weg?’ vraagt de stem. ‘Nee…hij bleef bij mij,’ antwoordt het kind. De vogel strijkt neer op de schouder van het kind en begint zijn veren te poetsen. ‘Waar is hij nu dan?’ Vraagt de stem. Het kind zegt niks meer en slaat zijn ogen neer. De vogel kijkt op en vliegt dan weg van zijn schouder. Langzaam vervaagt hij totdat hij is verdwenen. Het kind schuift zijn glas naar zich toe en begint door het rietje te zuigen, zonder nog een keer op te kijken.
Techniek:
Getekende animatie. De omgeving en het jongetje zijn schetsmatig getekend en hebben geen kleur. Het blijven lijnen tegen een witte achtergrond die niet echt ruimtelijk worden en onafgewerkt blijven. De vogel ziet er minder letterlijk uit en ontstaat telkens uit vlekken en krassen. Afhankelijk van wat er wordt verteld, verschijnt de vogel, wordt hij meer uitgewerkt en krijgt zelfs kleur (aquarel) om vervolgens weer weg te zakken in een vlek of kras.
De opdracht
De opdracht die ons gegeven is in de tweede periode van het derde jaar animatie, luidt als volgt:
Maak een korte animatie waarbij lip-sync (oftewel een karakter zo animeren dat het lijkt of hij/zij praat) centraal staat. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een monoloog van 1 karakter of een conversatie tussen twee of meerdere karakters. De techniek staat vrij.
Voor mij was het vrijwel meteen duidelijk dat ik een getekende animatie wilde gaan maken, aangezien ik daar in het tweede jaar een beginnetje mee heb gemaakt en heb gemerkt hoe fascinerend ik het vind om met getekende animatie bezig te zijn zonder het gevoel te hebben dat het me beperkt. Ik wil me hier al een tijd langs meer in gaan verdiepen en specialiseren en deze periode ben ik vrij om dat te doen.
Wat betreft het verhaal was ik er nog niet zo snel over uit. Ik wist dat ik het zo simpel mogelijk moest houden (omdat ik nogal geneigd ben het ingewikkeld en gedetailleerd te maken waar dat soms niet nodig is) dus leek het me goed om met één karakter te werken. Ook leek het me boeiend om een kind te animeren. Technisch omdat kinderen anders bewegen dan volwassenen en inhoudelijk omdat kinderen helemaal op kunnen gaan in hun eigen fantasie. Hierboven bij het scenario kun je lezen wat daaruit voort is gekomen.
Maak een korte animatie waarbij lip-sync (oftewel een karakter zo animeren dat het lijkt of hij/zij praat) centraal staat. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een monoloog van 1 karakter of een conversatie tussen twee of meerdere karakters. De techniek staat vrij.
Voor mij was het vrijwel meteen duidelijk dat ik een getekende animatie wilde gaan maken, aangezien ik daar in het tweede jaar een beginnetje mee heb gemaakt en heb gemerkt hoe fascinerend ik het vind om met getekende animatie bezig te zijn zonder het gevoel te hebben dat het me beperkt. Ik wil me hier al een tijd langs meer in gaan verdiepen en specialiseren en deze periode ben ik vrij om dat te doen.
Wat betreft het verhaal was ik er nog niet zo snel over uit. Ik wist dat ik het zo simpel mogelijk moest houden (omdat ik nogal geneigd ben het ingewikkeld en gedetailleerd te maken waar dat soms niet nodig is) dus leek het me goed om met één karakter te werken. Ook leek het me boeiend om een kind te animeren. Technisch omdat kinderen anders bewegen dan volwassenen en inhoudelijk omdat kinderen helemaal op kunnen gaan in hun eigen fantasie. Hierboven bij het scenario kun je lezen wat daaruit voort is gekomen.
Subscribe to:
Posts (Atom)